Let op: Dit artikel is een door AI gegenereerde vertaling.
Kernfunctionaliteit vormt de basis voor BIMcollab CDE en voorziet gebruikers van de fundamentele tools die nodig zijn om projecten te starten en te beheren.
Hoe te beginnen met de kernfunctionaliteit
Account Activering:
Beheerders ontvangen een email uitnodiging om hun BIMcollab space account te activeren.
Volg de link in de email om je inloggegevens in te stellen en toegang te krijgen tot het platform.
Een nieuw project opzetten:
Upload je eerste documenten en modellen:
Gebruik de Documenten tab om relevante bestanden te uploaden met de standaard uploadmethode door simpelweg je bestanden te slepen en neer te zetten.
Zorg ervoor dat modellen in IFC-formaat zijn als je ze in de WebViewer wilt bekijken. In dat geval kun je ze toevoegen aan de WebViewer door het bestand te openen en op "Add to WebViewer" te klikken.
Je kunt ook modellen direct vanuit de webviewer toevoegen.
Projectmetadata definiëren
Als je de geavanceerde uploadmethode wilt gebruiken, waarbij bepaalde metadata velden verplicht worden bij upload, kan een beheerder de metadata hiervoor vooraf definiëren.
Klik op het tandwielpictogram in de rechterbovenhoek. In Twin administratie, ga naar de Settings tab om Disciplines, Labels en Status te definiëren. Je kunt ook een documentnaamgevingsconventie instellen.
Keer terug naar de projectomgeving
Keer terug naar het "Mijn Projecten" dashboard door op de space naam te klikken. Open vervolgens het project dat je zojuist hebt aangemaakt.
Pas project Documentbeheer instellingen aan
Navigeer naar de Settings tab om:Algemene projectinstellingen te bewerken.
Teamleden toe te voegen en rollen toe te wijzen.
In de Documentbeheer tab kun je alle metadata bekijken die in de vorige stap op de Twin Administratie pagina is toegevoegd.
De vooraf gedefinieerde naamgevingsconventie op het project toepassen.
Hier zijn enkele andere handige artikelen om je te helpen starten met de functionaliteit van BIMcollab's CDE:
Gebruik de ingebouwde tools om vragen, taken en annotaties te beheren, wat naadloze samenwerking bevordert.
Pas de interface aan en maak filters om je te concentreren op specifieke datasets of projectaspecten.
Koppel geüploade documenten aan specifieke objecten binnen je modellen om context te bieden.


