Issues classificeren en structureren

Issues classificeren en structureren

Om issues te kunnen ordenen en structureren, is het nodig zoveel mogelijk eigenschappen te definiëren. Hoe meer details een issue bevat, hoe beter het te plaatsen en ermee te werken is. 
Begin met het definiëren van de velden Type, Area, Milestone, Labels, Prioriteit, Toegewezen aan en Custom fields van het issue.
  1. Type kan helpen bij het onderscheiden van clashes, modelleerfouten, technische problemen, vragen, en andere. 
  2. Area kan helpen om issues te categoriseren per locatie. Dit is een zeer nuttige instelling bij het werken aan een groot project. De projectleider heeft de mogelijkheid om per area een andere eigenaar aan te wijzen. Wanneer een nieuw issue wordt aangemaakt in een area, kan deze automatisch worden toegewezen aan de eigenaar van de betreffende area.
  3. De Milestone kan worden ingesteld om de projectfase van het issue te definiëren. Een milestone wordt door de projectleider gedefinieerd met een naam, startdatum en einddatum.
  4. Labels geven meer vrijheid bij het indelen van issues. Ze kunnen worden gebruikt om de verschillende disciplines en andere dingen aan te duiden.
  5. De Prioriteit bepaalt het belang van het issue. Wanneer dit wordt ingesteld door degene die het issue aanmaakt, helpt het om te bepalen welke issues het eerst moeten worden behandeld door de teamleden.
  6. Toegewezen aan wijst het teamlid aan dat het issue als volgende moet behandelen. Als hij klaar is, kan de toewijzing veranderen in een ander teamlid dat het als volgende oppakt. Er kan slechts één teamlid tegelijk aan een issue worden toegewezen, om ervoor te zorgen dat er altijd iemand verantwoordelijk is voor dit issue.
  7. Custom fields kunnen door de projectleider worden toegevoegd als er behoefte is aan meer eigenschappen om de issues te definiëren en te filteren. 
Al deze eigenschappen kunnen door de projectleider worden gedefinieerd en gewijzigd volgens de behoeften van het project.
Custom fields zijn een functie van het Connected en Enterprise plan.
De filter maakt het mogelijk om gelijksoortige issues te tonen tijdens het werken in het project. Leer meer over issues beheren met filters in dit artikel.

Vervolgens zal de status van een issue gedurende zijn levenscyclus veranderen. Er zijn drie opties beschikbaar voor de status van een issue: Actief, Opgelost en Gesloten. 
Het is niet mogelijk om deze titels te wijzigen of andere extra statussen toe te voegen.
  1. Nieuwe issues beginnen altijd als Actief
  2. Nadat oplossingen zijn gevonden voor een actief issue, kan je het oplossen zodat de status Opgelost wordt, of het 'oplossen en sluiten' zodat het onmiddellijk Gesloten wordt
  3. Opgeloste issues kunnen opnieuw geactiveerd of gesloten worden en zullen terug Actief worden of veranderen in Gesloten
  4. Gesloten issues kunnen zo nodig worden heropend om weer Actief te worden



In een Connected of Enterprise plan heb je toegang tot een meer formele workflow die je toelaat een goedkeuringsworkflow toe te voegen aan de issues. De drie beschikbare opties voor de status blijven hetzelfde, maar een issue kan extra teamleden bevatten die de oplossing moeten goedkeuren wanneer het issue is opgelost. 
  1. Wanneer het veld 'Goedkeuring' is ingevuld in de eigenschappen van een issue, en dit issue verandert van Actief naar Opgelost, dan moet het worden goedgekeurd door het aangegeven teamlid of de aangegeven teamleden. 
  2. De persoon die moet goedkeuren heeft de keuze om de oplossing voor het issue te weigeren, zodat het weer Actief wordt, of om de oplossing goed te keuren, zodat het issue de status Opgelost, goedgekeurd krijgt.
  3. Het opgeloste en goedgekeurde issue kan dan worden gesloten of geweigerd om weer Actief te worden.
Het is mogelijk dat de oplossing van een issue wordt goedgekeurd en/of afgewezen door een of meer teamleden voordat het issue wordt gesloten.



Voor meer informatie over de goedkeuringsworkflow, raadpleeg het artikel De goedkeuringsworkflow.



    • Related Articles

    • Issues bewerken en becommentariëren

      In BIMcollab Cloud, maar ook met BIMcollab ZOOM of de BCF managers kan je opmerkingen toevoegen aan bestaande issues en de eigenschappen ervan bewerken. BIMcollab Cloud Vanuit BIMcollab Cloud is het mogelijk om opmerkingen toe te voegen en issues te ...
    • Kleuren van issues op basis van hun status

      De titel van issues in BIMcollab Cloud, BCF Managers, en BIMcollab ZOOM zullen verschillende kleuren hebben, afhankelijk van hun status. Lees meer over de goedkeuringsworkflow en de status van de voortgang in Issues classificeren en structureren. De ...
    • Gebruikersgroepen en zichtbaarheid van issues

      In de plannen Connected en Enterprise kunnen projectleiders gebruikersgroepen instellen om te bepalen wie issues kan zien, en aan wie issues kunnen worden toegewezen. Elk teamlid kan aan een of meer groepen worden toegevoegd. Groepen ...
    • Niet toegewezen issues

      Naarmate projectteams complexer worden, is het niet altijd bekend aan wie een issue moet worden toegewezen. In sommige workflows kan het nodig zijn dat teamleden zelf de verantwoordelijkheid voor issues op zich nemen. In BIMcollab hoeven issues niet ...
    • Issues met filters beheren

      Bij het werken aan grote projecten kan het gebruik van filters zeer nuttig zijn om een groot aantal issues effectief aan te pakken. Door verschillende eigenschappen in de filter te combineren, kan je de vooruitgang van de verschillende teamleden ...