Let op: Dit artikel is een AI-gegenereerde vertaling.
💡 Tip: Wil je je kennis over BIMcollab uitbreiden? Ga naar onze BIMcollab Academy en schrijf je in voor een cursus!
Ga naar de 'Settings' pagina van je project in BIMcollab en open het tabblad 'Issue Management'.
Klik op een eigenschap zoals Milestones, Areas, Labels, Types, Priorities, Groups, of Custom, en vervolgens op de ‘New’ knop om een nieuwe waarde aan te maken.
Om een bestaande waarde te wijzigen, kun je erop klikken in de lijst. Om een bestaande waarde te verwijderen, klik je op de 'Delete' knop.
BIMcollab stelt je in staat om de volgende eigenschappen te wijzigen:
Milestones
Milestones
Milestones worden gecreëerd om specifieke doelen of fasen in een project te identificeren. Bij het aanmaken van een Milestone, geef het een duidelijke naam en definieer een start- en einddatum. Deze datums worden gebruikt om issues te markeren die hun einddatum zijn gepasseerd.
Je kunt zoveel Milestones aanmaken als je wilt, en ze kunnen worden gebruikt in filters en grafieken. Bij het bewerken van een Milestone kun je deze activeren of deactiveren door op de knop 'Assignable' te klikken. Alleen Milestones die toewijsbaar zijn, zijn beschikbaar als waarde bij het aanmaken of bewerken van een issue. Op deze manier is het ook mogelijk om oude Milestones te archiveren.
Areas
Areas
Areas kunnen worden gebruikt om de issues in delen van het gebouw te groeperen. De meest voorkomende toepassingen kunnen zijn:
Specifieke secties van een gebouw
Verdiepingen van een gebouw
Subprojecten binnen een project
Bij het aanmaken van een Area, geef het een duidelijke naam en optioneel een Area eigenaar. Wanneer een Area eigenaar is gedefinieerd, worden alle nieuwe issues die aan deze Area worden toegewezen ook automatisch toegewezen aan de Area eigenaar.
Labels
Labels
Labels kunnen zeer nuttig zijn bij het filteren van issues. Ze kunnen worden gebruikt om de discipline, het model of een andere aanduiding te definiëren.
Types
Types
Dit wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen verschillende types issues. Bijvoorbeeld:
Clash detection
Verzoek.
Fout
Vraag
Priority
Priority
Dit wordt gebruikt om aan te geven hoe urgent het is om een oplossing voor een issue te vinden.
Er zijn standaard vijf prioriteiten. In tegenstelling tot de andere waarden is het aantal prioriteiten vast, maar de omschrijvingen kunnen worden aangepast. Je kunt de naam van de prioriteit wijzigen door op de naam te klikken en deze aan te passen aan de behoeften van je project. De standaardprioriteit zal altijd nr. 3 zijn.
Groups
Groups
Groups vertegenwoordigen sub-teams voor issue management binnen je project. Eenmaal gedefinieerd, kunnen gebruikers aan een of meer groepen worden toegewezen. Vanuit het 'Team Member' tabblad, klik op de naam van de team member, en wijs ze in het 'Edit team member' menu toe aan groep(en) naar behoefte.
Issues, waarbij de zichtbaarheid is ingesteld op een specifieke groep, zullen alleen worden gezien door de team members die tot deze groep behoren.
Het is ook mogelijk om de toewijzing van issues te beperken. In dat geval kunnen issues alleen worden toegewezen aan team members die tot dezelfde groep behoren. Team members die in meerdere groepen zitten, kunnen de issues indien nodig tussen de groepen overdragen.
De manier van toewijzen beïnvloedt de zichtbaarheid niet.
💡 Tip: Voor meer informatie over de zichtbaarheid van issues in combinatie met gebruikersgroepen, raadpleeg het artikel De issue zichtbaarheid instelling en gebruikersgroepen.
Custom Fields
Custom Fields
Custom fields stellen je in staat om extra velden voor issues te definiëren.
Voor meer informatie over de Custom Fields, raadpleeg het artikel Custom fields.
⚠️ Opmerking: Deze eigenschappen zijn niet allemaal beschikbaar in alle abonnementen. Om te controleren of het is opgenomen in je abonnement, bekijk de [planvergelijkingslijst] of neem contact op met je beheerder. Als de eigenschap niet beschikbaar is, moet je mogelijk je abonnement upgraden.
De eigenschappen die zijn gedefinieerd in de projectinstellingen zullen beschikbaar zijn in de dropdown menu's van de Issue-instellingen in het project.
Je kunt zoveel waardes instellen als nodig is, en ze kunnen worden gebruikt in filters en grafieken.
Als de projectleider het project niet voor de beheerders heeft verborgen, kunnen de eigenschappen ook door een beheerder worden beheerd. Dit kan worden gedaan vanaf het tabblad 'Projecten', op de Beheerpagina.
