Deze Aan de slag-handleiding beschrijft de functionaliteiten en configuratie van je BIMcollab twin space. Hiermee kun je in een mum van tijd aan de slag.
Je space is al geactiveerd door ons team. Toen je een space bestelde, werd je gevraagd om de eerste informatie over de space op te geven, waaronder de contactgegevens van de beheerder. Als beheerder ontvangt u een uitnodiging per e-mail om voor de eerste keer in te loggen op uw space.
Voor elke space kan de beheerder bepalen hoe de space wordt opgezet en wie toegang krijgt. Volg de onderstaande stappen om uw space in te richten zodat uw gebruikers aan projecten kunnen werken.
1. BIMcollab Twin gebruikersinterface
Na het inloggen kun je verder gaan met het configureren van je space. De eerste landingspagina is de Projectomgeving-pagina. Je kunt schakelen tussen de Projectomgeving- en Accountinstellingenpagina door te klikken op de versnellingsknop (1).
We veranderen de gebruikersinterface van een verticaal menu naar een horizontale balk om visuele consistentie te garanderen voor alle BIMcollab-producten. Tijdelijk zullen zowel verticale als horizontale menu's beschikbaar zijn om je te helpen wennen aan de nieuwe lay-out. Lees meer over deze veranderingen in dit artikel:
Modules2. De verplichte velden voor de account instellen
Op elk project is het belangrijk om een duidelijke en consistente gegevensstructuur te gebruiken. Admins kunnen verplichte velden instellen onder Instellingen. Deze velden worden dan automatisch ingevuld wanneer gebruikers documenten en communicatie toevoegen. Hieronder staat een lijst met alle velden die kunnen worden toegevoegd en hun beschrijvingen. Elke nieuwe waarde kan worden toegevoegd onder het vereiste veld door te klikken op de knop Toevoegen in de rechterbovenhoek.
2.1 Disciplines
Alle bedrijven kunnen worden gecategoriseerd aan de hand van hun handelsdisciplines. Elk bedrijf behoort tot een discipline, die door de beheerder kan worden ingesteld. Wanneer je een nieuwe discipline toevoegt, kun je de naam van de discipline, de code (afkorting van een discipline in 3 karakters) en een duidelijke beschrijving toevoegen.
2.2 Labels
Labels kunnen heel nuttig zijn bij het filteren van documenten. Ze kunnen worden gebruikt om elke andere vereiste metric in je project te definiëren. Alle documenten kunnen gelabeld worden met één of meer labels.
2.3 Aangepaste velden
Met aangepaste velden kun je extra informatie aan je project toevoegen die niet in andere velden staat.
2.4 Statussen
Wanneer een document wordt geladen en gedurende de workflow krijgen documenten een status. De voortgang van workflows binnen BIMcollab Twin is ook afhankelijk van de documentstatus. Om gestandaardiseerde statuswaarden te hebben, kunnen beheerders deze toevoegen via het Status-menu.
3. Gebruikers uitnodigen
Je bent gestart met je BIMcollab Twin project en nu wil je mensen uitnodigen voor samenwerking. De beheerder kan de gebruikersstructuur van het project instellen, inclusief bedrijven, gebruikers, teams en rollen vanuit de hieronder beschreven functies. Elke nieuwe waarde kan worden toegevoegd onder de vereiste gearchiveerde, door te klikken op de knopToevoegen in de rechterbovenhoek.
3.1 Bedrijven maken
Alle gebruikers maken deel uit van een bedrijf, dus maak eerst bedrijven aan die je vervolgens kunt koppelen aan gebruikers. Bedrijven worden opgeslagen in de BIMcollab Twin-database en kunnen actief zijn in meerdere spaces. Bij het toevoegen van een bedrijf, als het bedrijf al bekend is bij BIMcollab Twin, is het invoeren van de statutaire naam of handelsnaam voldoende, de rest van de velden wordt automatisch ingevuld.
3.2 Gebruikers aanmaken
Nieuwe gebruikers kunnen alleen worden toegevoegd als hun bedrijf al is toegevoegd aan BIMcollab Twin. Elke gebruiker krijgt een eigen gebruikersaccount met een persoonlijk dashboard waar ze hun persoonlijke instellingen kunnen instellen.Gebruikers kunnen deel uitmaken van andere BIMcollab Twin spaces. Dus, als een gebruiker al bestaat in BIMcollab Twin, hoeft bij het aanmaken van de gebruiker alleen het e-mailadres te worden ingevuld, de andere gegevens worden automatisch ingevuld.
Op space niveau kunnen gebruikers een van de volgende twee rollen hebben:
- Gewone gebruikers kunnen alleen de locaties, projecten en projectfasen zien waartoe ze toegang hebben op basis van hun projectrol. Wanneer een nieuwe gebruiker wordt toegevoegd, wordt deze standaard toegevoegd als gewone gebruiker.
- Space Administrators hebben toegang tot de beheerpagina en alle locaties. Om van een gebruiker een beheerder te maken, klik je op de gebruikersnaam in de overzichtslijst en op de pagina Bewerken, onder Instellingen, wijzig je het veld Ruimtebeheerder in 'Ja'.
3.3 Gebruikersrollen aanmaken
Met rollen kunnen beheerders machtigingen definiëren en bepalen tot welke delen van een project gebruikers die aan deze rollen zijn toegewezen toegang hebben. Leer meer over gebruikersrollen en hoe je ze kunt maken en bewerken in dit artikel: Machtigingen voor gebruikersrollen
Rollen worden toegewezen op projectbasis. Als een gebruiker deel uitmaakt van meerdere teams, kan de gebruiker meerdere rollen hebben binnen een project. In dit geval worden machtigingen samengevoegd en heeft de gebruiker machtigingen van alle rollen in alle teams.
Zodra je een nieuwe gebruikersrol hebt toegevoegd, klik je op de gewenste gebruikersrol in de lijst om de rechten en toegang die bij die rol horen te wijzigen en kies je in het volgende venster ofwel Rechten op bestandsformaten of Rechten op bestandsformaten. Gebruikersrollen worden toegewezen aan gebruikers wanneer je ze toevoegt aan teams op het tabblad Teams.
4. Het project opzetten
4.1 Locatie, kavels, gebouw en verdiepingen aanmaken
Onder Locatie kan de ruimtebeheerder de ruimtelijke structuur van de space definiëren. In BIMcollab Twin kun je de documenten en gegevens koppelen aan de ruimtelijke structuur van het gebouw. Deze ruimtelijke structuur groeit mee met de ontwikkeling van het gebouw, dus elke fase heeft zijn eigen ruimtelijke structuur.
De huidige ruimtelijke structuur bestaat uit 5 componenten: