Naar de hoofdinhoud

De locatie van de Projectmap wijzigen

Hoe de locatie van een projectmap te wijzigen en opgeslagen voorvoegsels te behouden.

Meer dan 4 maanden geleden bijgewerkt

Let op: Dit artikel is een door AI gegenereerde vertaling.

Aangezien BIM-projecten altijd in beweging zijn en de opzet ervan in de loop van het project kan veranderen, kan het nodig zijn om de locatie van de projectmap op je computer te wijzigen. In dat geval bestaat het risico dat andere attributen die in die projectmap zijn opgeslagen, zoals modelvoorvoegsels, verloren gaan, wat alle gebruikers in het project kan beïnvloeden. Om dat te voorkomen, zorg ervoor dat de mapnaam en submappen hetzelfde blijven en alleen het pad wordt gewijzigd. Hieronder vind je enkele aanbevelingen over hoe je deze wijzigingen kunt doorvoeren zonder informatie die in het project is opgeslagen te verliezen.

📝 Opmerking: Het pad van de projectmaplocatie is machinespecifiek, wat betekent dat verschillende gebruikers via een ander pad op hun computers naar dezelfde gedeelde map kunnen navigeren. Wijzigingen in het pad hebben daarom geen invloed op andere gebruikers. Aan de andere kant zijn wijzigingen in de 'aangevinkte' mappen die worden gedeeld, gemeenschappelijk voor elke gebruiker die met het project is verbonden. Dit betekent dat het uitvinken of hernoemen van een map betekent dat alle informatie erover die in het project is opgeslagen (inclusief voorvoegsels) wordt verwijderd.

Als projectleider

Als voorbeeld, laten we aannemen dat de IFC-modellen van een specifiek project moeten worden verplaatst van de gedeelde locatie 'C:\Users\Public\Documents\BIMcollab Zoom\Sample\' naar de nieuwe gedeelde locatie 'C:\OneDrive\BIM Projects\Example project\Sample\'.

  1. Ga in BIMcollab desktop naar Bestand > Projectmap.

  2. Onder 'Gedeelde projectmappen', controleer wat de bovenste geselecteerde map is door alle mappen open te vouwen. In dit voorbeeld is de map 'Sample' het hoogste niveau.

  3. Ga naar de Verkenner (Windows) of Finder (Mac) en verplaats de bovenste map van de vorige stap ('Sample') van de oude naar de nieuwe locatie door deze te slepen of door knippen en plakken te gebruiken.

    Zorg ervoor dat de mapnaam en structuur van de submappen niet veranderen.

  4. Ga terug naar Bestand > Projectmap... in BIMcollab desktop. Je zult zien dat nu, na het verplaatsen van de bestanden, de bovenste map niet meer is aangevinkt. Dit komt omdat BIMcollab desktop de bestanden niet meer kan vinden. Dit wordt in de volgende stappen aangepast.

  5. Klik op de drie puntjes om de bestandslocatie te wijzigen (...) en navigeer naar de nieuwe locatie waarnaar de modellen zijn verplaatst. Zorg ervoor dat je de map selecteert die voorheen de hoogste hiërarchie had en klik op 'Selecteer'. Merk op dat de bestanden niet langer in het rood worden weergegeven in BIMcollab desktop.
    Vink hier geen mappen uit in 'Gedeelde projectmappen'.

  6. Klik op 'Delen'. De operatie van het verplaatsen van de bestanden is voltooid en de informatie van de projectmap, zoals voorvoegsels, blijft behouden. (Om te 'Delen' is een BIMcollab desktop-licentie nodig.)

  7. Synchroniseer het project, zodat de nieuwe projectmaplocatie wordt gedeeld met de rest van het team.

⚠️ Let op: Samenvattend, om verlies te voorkomen is het belangrijk dat:

  • De mapstructuur en mapnamen exact hetzelfde zijn voor en na het verplaatsen van de bestanden

  • Er geen wijzigingen worden aangebracht in de aangevinkte mappen in 'Gedeelde projectmappen'

Elke wijziging kan resulteren in verlies van projectinformatie.

Als projectteamlid

Zodra de projectleider de locatie van de projectmap heeft gewijzigd, moeten teamleden ook één keer naar de juiste map navigeren wanneer ze opnieuw verbinding maken met het project na de wijziging.

  1. Ga in BIMcollab Zoom naar Bestand > Projectmap.

  2. Je zult zien dat de mappen onder 'Gedeelde projectmappen' niet langer zijn aangevinkt.

  3. Klik op de drie puntjes om de bestandslocatie te wijzigen (...) en navigeer naar de nieuwe locatie waarnaar de modellen zijn verplaatst. Zorg ervoor dat je de map selecteert die voorheen de hoogste hiërarchie had en klik op 'Selecteer'. Merk op dat de bestanden niet langer in het rood worden weergegeven in BIMcollab desktop.

  4. Klik op OK om het venster te sluiten.

  5. De modellen worden weergegeven in het Navigatietabblad en projectinformatie zoals voorvoegsels blijft hetzelfde als voorheen.

  6. Synchroniseer het project om je persoonlijke mappad op te slaan in het project.

⚠️ Let op: Als je BIMcollab desktop bewerkingsrechten hebt, maar niet de projectleider bent die wijzigingen heeft aangebracht in de projectmaplocatie, vink dan geen mappen uit in 'Gedeelde projectmappen'.


Was dit een antwoord op uw vraag?